Speciaal ontwikkelde buizen
Tijdens de bouw van een nieuwe stal worden er speciaal ontwikkelde vloerverwarmingsslangen in de mestkelder gestort. De slangen zijn speciaal ontwikkeld om koud water te transporteren waardoor er een warmteoverdracht ontstaat tussen de mest en de mestkeldervloer.
Warme mest
Wanneer de koeien in de winter op stal staan wordt er veel mest geproduceerd. Deze warme mest heeft een temperatuur van 37 °C. Uiteraard zal de mest afkoelen in de kelder maar hierdoor ontstaat een temperatuurniveau welke varieert tussen ca. 10 °C en 15 °C. Door koud water door de slangen in de mestkeldervloer te transporteren ontstaat er een warmteoverdracht tussen de warme mest en de mestkeldervloer. Hierdoor zal het koude water worden opgewarmd en kan de onttrokken (laagwaardige) energie door de warmtepomp worden opgewaardeerd tot een bruikbaar temperatuurniveau (ca. 60 °C) waarmee de woning en boerderij verwarmd kunnen worden.
Mest als bron
Tijdens de weidegang in de zomer zullen de koeien minder mest in de stal produceren. Desondanks blijft er minstens 40 cm aan mest in de mestkelder aanwezig waardoor er altijd een goede bron beschikbaar blijft. Wanneer de warmte uit de mest toch niet toereikend is wordt de aardwarmte onder de stal gebruikt om de desgewenste doeleinden te verwarmen. Omdat de mestkeldervloer in (zeer goed) contact staat met de aarde onder de stal kan deze zowel als bron en/of als (tijdelijke) energieopslag worden gebuikt.